Landschap De Mortelen
Mortel’ betekent weke grond. Daar ligt er hier veel van. In sterke afwisseling met hogere grond, de ‘donken’. Dit verklaart de sterke afwisseling in begroeiing: aan de ene kant vochtige weiden en loofbos, aan de andere kant akkers en naaldbos. We danken er ook de superkleine percelen aan. Want bij vererving moest iedere erfgenaam van elke grondsoort iets krijgen. Vervolgens werden de eigendomsgrenzen met houtwallen gemarkeerd. Zo ontstond in de loop der tijd een steeds fijnmaziger patroon van ‘coulissen’. Intiemer kan een landschap niet zijn. Een bezoek aan De Mortelen lijkt wel een reis terug in de tijd. Je dwaalt er door ouderwetse boerennatuur die vroeger, vóór de ruilverkavelingen toesloegen (jaren ’50 t/m ’80), op veel meer plaatsen in Brabant te bewonderen was.
Het voorjaar knalt eruit
De bossen op leem moet u vooral in het voorjaar bezoeken. Dan struikel je over de tinten geel: van speenkruid, dotterbloem en slanke sleutelbloem. De weilanden zijn dan lila gekleurd door de pinksterbloem. Daar fladdert iets oranjes tussendoor: de oranjetip die alleen op deze plant haar eitjes legt.
Algemene informatie
Laatste nieuws